De Grasmus
Op het gebied van uiterlijk is de grasmus niet makkelijk te onderscheiden van andere vogels. De mannelijke grasmus is beter te herkennen dan de vrouwelijke variant. De mannelijke grasmus heeft een witte keel, maar de rest van zijn kop is grijs. Verder is de vogel roestbruin op de vleugel en oranjebruin op de rug. De vogel heeft oranje poten en een roze borst. Ook opvallend is de kleine grijze kuif van de vogel. De vrouwelijke grasmus heeft ook een oranje bruine rug, maar is verder vooral bruin met een witte vlek onder de kin. Deze lijkt meer op de huismus, waar de vogel ondanks de naam geen nauwe verwant van is. Een volwassen grasmus is 14 centimeter groot. Ondanks dat de vogels niet heel erg opvallen, merkt u wel goed als ze in de buurt zijn door hun kenmerkende zang. Ze zingen een scherp op en neer gaand liedje.
Black Friday Aanbieding
- Hoogte ca:26 cm
- Opening ca:35 mm
- Materiaal:Hout/Kokos
De Grasmus
- Hoogte ca:27 cm
- Opening ca:32 mm
- Materiaal:Hout
De Grasmus
- Hoogte ca:30 cm
- Opening ca:30 mm
- Materiaal:Hout
Black Friday Aanbieding
- Hoogte ca:20 cm
- Opening ca:30 mm
- Materiaal:Hout
Waar leeft de grasmus?
De grasmus vind je in heel Europa. Met uitzondering van IJsland, doordat hier zeer weinig bomen staan. In de warme en koude gebieden van Europa vind je de vogel ook, maar wel in mindere mate. In Nederland is de vogel vooral te zien in gebieden met veel struiken. In de stedelijke gebieden komt de vogel dus minder vaak voor. In het oosten van het land, zowel in het noordoosten als het zuidoosten, wordt de vogel vaak gezien. Ook het zuidelijke gedeelte van Zeeland kent veel grasmussen. Lage begroeiing zoals je die vindt in duinen, parken en heides zijn favoriet. De grasmus is een trekvogel: in de winter wordt het in Nederland te koud voor de grasmus. Daarom trekt hij over lange afstanden naar het zuiden. Ze vertrekken vaak in augustus of september en komen dan in april weer terug naar Nederland. Grasmussen trekken naar Afrika, tot onder de Sahara en verspreiden zich over meerdere landen. Vooral in de maanden mei en juni is de kans groot dat je de grasmus in Nederland aantreft. Dan start hun broedperiode.
Bekijk alle nestkasten voor de Grasmus!
Wat eet de grasmus?
De grasmus eet veel insecten, zoals spinnen. Tijdens de trek naar het zuiden kiezen ze ook voor vruchten. Door weinig insectenverdelgers te gebruiken en de grasmus vogelvoer aan te bieden trek je hem naar jouw tuin. Onze vogeltaart bevat veel soorten zaden, maar ook peulvruchten. Hier trek je ook andere vogelsoorten mee. Verder hebben wij ook speciale vogelpindakaas. Deze pindakaas is speciaal voor vogels, heeft minder zout en bevat voedzame vruchten, noten of zaden.
Bekijk al het geschikte voer voor de Grasmus!
Broedperiode
Wanneer de populatie grasmussen weer terugkomt in Nederland, komen de mannetjes vaak eerder dan de vrouwtjes. Zij bouwen dan een aantal nesten om hiermee de vrouwtjes te verleiden. Vrouwtjes grasmussen zijn kieskeurig en kunnen ook alle nestjes die het mannetje gemaakt heeft afkeuren. Dan maken ze er zelf één. Wanneer de grasmus een geschikt nest heeft kunnen er tijdens de broedperiode 2 legsels komen. Elk legsel heeft 4 of 5 eieren. Op het eerste nest broeden zowel de mannetjes als de vrouwtjes. Het vrouwtje is verantwoordelijk voor het bebroeden van het tweede legsel. Het broeden duurt tot 2 weken. Daarna komen de eieren uit. Ze blijven dan nog 2 weken in het nest. Wanneer de vogels uitvliegen worden ze nog een tijdje gevoed door hun ouders. Dit kan tussen de 2 tot 3 weken lang zijn. Grasmussen maken ook wel gebruik van nestkasten, zeker wanneer het mannetje geen acceptabele nesten heeft gebouwd. In gebieden met lage begroeiing en tuinen met veel struweel is het ophangen van nestkasten een goede optie. De grasmus nest namelijk het liefst op een beschutte locatie. Omdat de grasmus even groot is als veel andere mussen, zijn nestkasten voor mussen goed geschikt. De Rondo Boomschors van boomschors ziet er heel leuk uit en past goed bij de grasmus. Het maakt voor de grasmus niet uit of het nestkastje een beschutte of vrije aanvliegroute heeft. Ook als er veel struiken en dergelijke de weg naar het huisje versperren, redt de grasmus zich goed.