De Putter
Nu de putter zich steeds meer aanpast aan de mens, met name aan de door de mens gemaakte natuur, kom je hem steeds vaker tegen. En dat is goed nieuws, want het zijn prachtige vogels om te zien. Ze vallen goed op door hun rode gezicht en brede gele vleugelstreep. Vooral in de vlucht is deze streep goed te zien. Verder is de vogel lichtbruin met wit, en heeft hij zwarte accenten op de kop, staart en vleugels. Met hun spitse, driehoekige snavel kunnen ze goed zaden en insecten tussen boomschors en gras vandaan halen. Een jonge putter heeft nog niet de kenmerkende rode kop, maar de vleugels hebben al wel de gele streep. Een volwassen putter is 10 tot 13 centimeter groot. Lees meer over de putter onderaan deze pagina!
De Appelvink
- Gewicht ca:400 gram
- Type:Voer
- Type voer:Pinda's
De Appelvink
- Gewicht ca:2.5 Kg
- Type:Voer
- Type voer:Zaden
Vogelvoer
- Gewicht ca:2.5 kg
- Type:Voer
- Type voer:Zaden
De Appelvink
- Gewicht ca:1 kg
- Type:Voer
- Type voer:Zaden
Cadeautips
- Gewicht ca:0.140 Kg
- Type:Voer
- Type voer:Zaden
De Appelvink
- Gewicht ca: 1.2 kg
- Type: Voer
- Type voer:Zaden
De Appelvink
- Gewicht ca:750 gram
- Type:Voer
- Type voer:Pinda's
De Appelvink
- Gewicht ca:500 gr
- Type:Voer
- Type voer:Zaden
De Appelvink
- Gewicht ca:300 gram
- Type:Voer
- Type voer:Insecten
Waar vind je de Putter?
De putter heeft een brede verspreiding, van het zuidelijke gedeelte van Scandinavië tot het midden van Rusland. Hij komt ook voor van Noord-Afrika tot aan India. Ook aan de andere kant van de wereld vind je de vogel, maar niet op natuurlijke wijze: de mens heeft de putter naar Oceanië gebracht. In Nederland zijn de putters meer in de westelijke dan in de oostelijke helft van het land te vinden. Ze zoeken vaak half open gebieden, in zowel dorpen als stedelijke buitenwijken. Kleine boompjes in boomgaarden, houtwallen, en tuinen met veel structuur zijn heel geliefd. De droge plekken zijn vooral populair. Hier groeien namelijk droge en ruige planten, waar zaden vanaf komen die de putter maar al te graag eet. Denk bijvoorbeeld aan distels. De putter kan als stand en trekvogel gezien worden. Vrouwtjes en jongen trekken vaak weg in de winter, terwijl de mannetjes in de buurt van het broedgebied blijven hangen. De trek is vaak onopvallend en ze leggen niet al te grote afstanden af. Ze keren na de winter, zo rond maart, weer terug naar hun oorspronkelijke leefgebied.
Broeden en eten
In april start dan de broedperiode. Deze duurt vrij lang, tot aan augustus. Voordat ze kunnen gaan broeden worden er eerst binnen grote groepen putters stelletjes gevormd. Deze stelletjes zijn vanaf dat moment monogaam. Vervolgens wordt het nest gebouwd. Dit doet het vrouwtje een stuk van de grond, maar niet hoger dan 10 meter. Putters zoeken het liefst een plek uit waar zowel het nest als de aanvliegroute goed beschut is. Het nest wordt vaak verstopt tussen dunne takjes van bomen, maar ook van struiken. De man levert de materialen voor het nest aan. Natuurlijke materialen zoals gras, veren en mos worden gebruikt om het nest in elkaar te zetten. Putters zijn territoriaal en stelen nestmateriaal van elkaar. Wanneer het nest eenmaal klaar is begint het vrouwtje aan het legsel. Ze kunnen twee legsels hebben tijdens de broedperiode. In een legsel zitten 4 tot 6 eieren. Deze eieren komen na anderhalve week uit. Je kunt de eieren van de putter herkennen door de blauwachtige kleur en de paarse vlekjes. De jongen blijven dan nog 13 tot 18 dagen op het nest, waarna ze uitvliegen. Gelukkig staan ze er dan nog niet helemaal alleen voor: ze worden nog tien dagen doorgevoerd. Wanneer ze nog jong zijn worden putters vooral gevoerd met insecten. Dit is om de groei te bevorderen. Insecten bevatten namelijk veel eiwitten. Volwassen putters eten minder insecten. Ze kiezen vaker voor zaden van planten, van onder ander de distel en de zonnebloem. Af en toe kun je de putter ook op voedertafels vinden. Daar kiezen ze bijvoorbeeld voor zonnebloempitten. Wanneer je de tuin inricht met de planten waar de putter zo gek op is, kun je ze goed naar jouw tuin lokken. Bomen zoals de els zorgen ook voor veel voeding voor putters.