Brr… de temperaturen zijn gedaald en het is flink koud! Waar wij lekker binnen onder een dekentje kruipen of de haard aandoen, kunnen de dieren buiten dat natuurlijk niet. Toch overleven onder andere de vogels prima onder dit soort weersomstandigheden. Hoewel ook vogels niet onoverwinnelijk zijn (en ze best wat hulp kunnen gebruiken), is een goede voorbereiding het halve werk. We vertellen je graag hoe vogels omgaan met de kou!

Vertrekken of overleven

Veel vogels trekken aan het begin van de herfst naar het zuiden, voor warmere temperaturen. Deze vogels kunnen niet goed omgaan met de kou. Hierdoor hoeven de overblijvers de schuilplekken en voedselbronnen met minder vogels te delen. Aan beide zitten risico’s: een lange tocht naar het zuiden is risicovol, maar hopen dat er voldoende voedsel aanwezig blijft in het broedgebied brengt ook gevaren met zich mee.

Hoe houden vogels het warm?

Vogels zijn warmbloedige dieren. Hun gemiddelde lichaamstemperatuur is hoger dan die van mensen, namelijk 41 graden. Om te overleven is het belangrijk om deze lichaamstemperatuur constant te houden. Dit doen ze door weg te kruipen, bijvoorbeeld in holtes van boomstammen of in dichte struiken. Met name mussen staan erom bekend dat ze dicht tegen elkaar aankruipen om het warm te krijgen. Daarnaast maken ze zichzelf zo ‘bol’ mogelijk: ze trekken hun kop en poten zoveel mogelijk in, en zetten de veren op. Hierdoor ontstaat er een soort isolatielaag.

Bloedcirculatie

Vogels hebben een goede bloedcirculatie, waardoor de warmte zich naar de belangrijkste plekken verplaatst: de vitale organen. Zo kan een vogeltje prima op een besneeuwde tak zitten of zelfs op ijs staan, zonder dat de kern van het lijf aangetast wordt door de kou.

Vetten in de herfst

Om hun lichaamstemperatuur op peil te houden, gaan vogels voorafgaand aan de winter voorbereiden. Bijvoorbeeld door extra veel vetten te eten. Het extra lichaamsgewicht zorgt ook voor extra isolatie. Het aanbieden van vogelpindakaas of vetbollen helpt de vogeltjes dus enorm.

Watervogels

Dan zal je misschien denken; watervogels kunnen toch niet bij elkaar in bosjes kruipen, of vetbollen eten? Dat klopt inderdaad. Watervogels zoals eenden en ganzen kunnen veel hebben. Door evolutie kunnen ze de koude temperaturen van het water aan. Ze zijn echter wel afhankelijk van het voedsel in het water om te overleven. Het is daarom belangrijk om het bevriezen van het water zolang mogelijk uit te stellen. Dit doen ze door in groepen in het overblijvende open water te zwemmen. Door het water in beweging te houden, en door hun eigen lichaamstemperatuur, gaan ze het opvriezen zolang mogelijk tegen.

Belangrijk is dus ook dat dit soorten ‘wakken’ vol met watervogels met rust gelaten worden. Als ze verjaagd worden vriest het wak snel dicht en verliezen de watervogels een belangrijke voedselbron. Kijk hier dus mee uit, als je besluit om de schaatsen onder te gaan binden!

Wat als het pas laat koud wordt?

Klimaatverandering en het onvoorspelbare weer maken het de vogels niet eenvoudiger. Met name als er laat in de winter nog strenge vorst komt, hebben de vogels hier veel last van. De voedselvoorraden raken namelijk op gedurende de winter. Als de vorst dan pas laat komt, hebben ze extra veel moeite om voldoende voedsel te vinden. Ook dan is het extra belangrijk om de vogels bij te blijven voeren. Dan kun je in het voorjaar ook genieten van de vogels die aan hun broedseizoen beginnen!

Wil jij de vogels een handje helpen? Bekijk ons assortiment met vetproducten.