De Merel

merel op grasveld



De merel is de bekendste broedvogel van ons land. Dit komt voornamelijk omdat hij van alle broedvogels veruit het meest voorkomt. Dit ondanks dat ze makkelijk ten prooi vallen aan kraaien en katten. De mannelijke merel is volledig zwart, terwijl het vrouwtje donkerbruin is. Het vrouwtje is op de borst iets lichter. Ze hebben allebei een gele of oranje snavel. Alle jonge merels zijn bruin en lijken daardoor op een volwassen vrouwtjes merel. Ze zijn echter heel donzig en iets lichter. Ze lijken daardoor wat dikker en groter. Merels zijn heel luidruchtig, vooral in hun roep. Deze is vrij schel. De merelzang is daarentegen heel mooi. Een volwassen merel is 26 centimeter groot. Lees meer over de merel onderaan deze pagina!

Lees meer over de merel!

Geen producten gevonden die aan je zoekcriteria voldoen.


Het leefgebied van de merel

merel_leefgebied

Je vindt de merel overal. Alleen de hele koude gebieden worden overgeslagen. Deze temperaturen zijn niet geschikt voor de merel en ook niet voor regenwormen door de bevroren bodem. Omdat merels veel wormen eten zijn deze gebieden vaak ongunstig. Verder vind je de merel overal in Nederland en met grote dichtheid in het oosten van het land. Merels kiezen vaak voor gebieden met lage beschutting. Denk dan bijvoorbeeld aan grasvelden met bomen en struiken. Deze grasvelden hoeven helemaal niet groot te zijn. Merels zijn niet kieskeurig: ook in bermen langs de weg en struiken in de tuin kunnen ze hun voedsel vinden. In principe zijn de Nederlandse merels standvogels. Ze blijven dus in de buurt van hun broedgebied. Een aantal Nederlandse merels overwintert wel ergens anders, zoals Spanje of Portugal. Ze vertrekken dan in het najaar, tussen september en november en keren aan het begin van de lente weer terug. In de lente kun je de merel op hoge uitkijkposten vinden, waar ze zingend op zoek zijn naar een vrouwtje. Dan start het broedseizoen van de merel.

Broedseizoen en eten

Merels kunnen eigenlijk overal broeden. Ze maken nesten in bossen, maar ook in houtwallen, open landschappen, in de grond, in struiken en in dichte klimop. De merel maakt dan een kom van takjes en bekleed deze met modder en gras. De broedperiode van de merel kan van eind maart tot juli plaatsvinden. Ze kunnen tot wel 3 legsels in deze periode hebben. In één legsel zitten 4 of 5 eieren. Deze eieren zijn groen met bruine of rode vlekjes. Na twee weken komen deze eieren uit. De jongen zitten dan nog tot 15 dagen op het nest, waarna ze uitvliegen. Ze worden daarna nog een tijdje verzorgd door de mannelijke merel, terwijl de vrouwelijke merel een nieuw broedsel start. Merels zijn niet heel goed in het verstoppen van hun nest. Daardoor worden de eieren vaak opgegeten door kraaien. Wanneer de eieren eenmaal uitgekomen zijn, worden de jongen ook vaak gegrepen door katten. Gelukkig hebben de merels meerdere legsels waardoor dit verlies niet schadelijk is voor het voortbestaan van de soort. Merels zijn vaak in tuinen te vinden, omdat er overvloed is aan wormen en insecten. Deze pikken ze vaak uit de grond. Ze eten ook veel andere bodemdiertjes en fruit. Je kunt de merel dus niet blij maken met nestkasten of door zaden te plaatsen op een voedertafel. Je kunt er echter wel voor zorgen dat er veel struiken en dergelijke in de tuin aanwezig zijn. Vooral klimop is een populaire broedplaats voor merels. Door klimop vrij te laten groeien creëert je nestmogelijkheden voor de merel. Een wilde klimop ziet er ook nog eens mooi uit in de tuin. Wanneer in de herfst de bladeren van de bomen vallen, kun je deze in een hoekje harken. Hier gaan allerlei insecten tussen zitten. Hier kan de merel van profiteren.

Bekijk Alle Nederlandse Tuinvogels!