De Wilde Eend
Deze eend onderscheidt zich door zijn krullende staartveren. Geen enkele andere eend heeft krullen in zijn veren. De wilde eend is een algemeen voorkomende eend, die vooral in het westen van het land te vinden is bij vijvers. De mannelijke wilde eend is te herkennen aan zijn groene kop en donkerbruine borst. In zijn nek heeft hij een witte band. Zijn gekrulde veren zijn zwart. Zo ziet het mannetje er echter alleen uit in prachtkleed, tijdens het broedseizoen. Na het broedseizoen lijkt hij meer op het vrouwtje. De vrouwelijke wilde eend is bruin en valt een stuk minder op. Beide eenden hebben een donkerblauwe streep op de vleugels. Deze streep heeft aan beide zijden een witte rand. Vooral in de vlucht is dit goed te zien. Na het broedseizoen zijn het mannetje en het vrouwtje alleen te onderscheiden door de kleur van de snavel. De snavel van het mannetje is dan geel, terwijl de snavel van het vrouwtje zandkleurig is. Een volwassen wilde eend is 50 tot 65 centimeter groot, met een spanwijdte van bijna een meter. Lees meer over de wilde eend, onderaan deze pagina!
Waar vind ik de wilde eend?
De wilde eend is te vinden in de grote gematigde en boreale gebieden van Europa en Noord-Amerika. Veel wilde eenden zijn tegenwoordig gekruist met gedomesticeerde eenden, waardoor er veel mengvormen zijn ontstaan. Daardoor kent de wilde eend een brede verspreiding. In Nederland is hij het meest in het westen te vinden, omdat hier natuurlijk de waterrijke gebieden te vinden zijn. De wateren moeten wel genoeg voedsel voor de wilde eend bevatten. Ze kiezen het liefst voor zoet water, maar u vindt de wilde eend soms ook bij zout water. Naast vijvers kunt u de wilde eend ook zien bij sloten, kanalen en vennen. Zolang het water maar ondiep is kan de wilde eend hier genoeg voedsel vinden. Zijn nest maakt hij vaak in de buurt van het water. Er wordt dan een beschut plekje uitgezocht, zoals tussen de planten of in de struiken langs een vijver. De wilde eenden die in gematigde regio’s wonen zijn standvogels. Dit houdt in dat ze ook in de winter op hun plek blijven. De wilde eend is dus het hele jaar door in Nederland te vinden. Bij slecht weer willen ze nog wel eens een kleine afstand afleggen. Eenden uit de noordelijke Europese regio’s trekken wel weg in de winter, op zoek naar warmte.
Broeden
Vanaf februari start de broedperiode. Deze duurt in verhouding met die van andere broedvogels erg lang, hij kan namelijk tot augustus duren. Voordat deze periode aanbreekt vormen de wilde eenden koppeltjes. De mannetjes zijn dan zeer agressief tegen hun rivalen. Dit leidt tot veel gevechten, sommige mannelijke wilde eenden proberen elkaar zelfs te verdrinken. Als de koppeltjes gevormd zijn wordt het nest gemaakt. Ze zoeken dan eerst een beschutte locatie op. Wanneer deze gevonden is, maken de eenden een kuiltje. Dit kuiltje vullen ze mos, veertjes en kleine takjes. Je kunt vaak meerdere nesten bij elkaar in de buurt vinden, omdat wilde eenden vaak in kleine groepjes broeden. Tijdens de broedperiode kan een wilde eend 2 of 3 legsels hebben. In één legsel kunnen 6 tot 10 eieren zitten. Na het leggen duurt het 24 tot 32 dagen voordat de eieren uitkomen. Het duurt nog vrij lang voordat de jonge eenden kunnen vliegen: gemiddeld 55 dagen. Woont u in waterrijk gebied en wilt u de wilde eenden een handje helpen? Het plaatsen van een Eendenmand kan helpen om het broedsucces van de eenden te verhogen. Door de vorm van de korf kunnen er geen roofdieren in, waardoor de eieren niet verloren gaan. Eendenkorven worden vaak op een kleine verhoging boven het water geplaatst. Hierdoor is de kans dat een roofdier erbij komt nog kleiner.
Bekijk de Nestkast voor de Wilde Eend!
Wat eet de wilde eend?
Wilde eenden zijn omnivoren. Ze eten dus wat aanwezig is. Ze eten vaak waterplanten en grassen, maar eten soms ook kleine dieren die in het water leven. De eend neemt dan een kleine duik onder water en verzamelt daar eten. Ze kunnen dus goed voor hun eigen eten zorgen. Het is af te raden om wilde eenden bij te voeren. Vooral brood is slecht voor de eend. Dit komt door het hoge zoutgehalte in brood.